Bij de Eester zorgt & helpt zetten bewoners zich in voor verbinding en saamhorigheid in de buurt. Denk aan Taalhulp, de Telefooncirkel en de BuurtBel. De Eester BuurtBel koppelt buren aan elkaar voor burenhulp; regelmatig even bellen, een wandeling maken, boodschappen doen, klusjes in en rond het huis. Ook als je professionele zorg nodig hebt, zoals thuiszorg of maatschappelijk werk, helpen ze je stap voor stap.
Marije van Urk (84) woont al 25 jaar op het KNSM eiland en is vanaf het begin van de Eester lid. Ze maakt, als het nodig is, gebruik van de BuurtBel en heeft zelf ook iets te bieden. Op haar initiatief is ‘de Telefooncirkel’ gestart en ze zou wel willen voorlezen aan kinderen in de buurt, zodra het weer kan. We praten met haar over haar ervaringen met de BuurtBel.
Hoe ken je de Eester?
Na de opening in 2015, hoorde ik dat je er een ruimte kon huren. Het was vlak voor mijn 80e verjaardag en toen heb ik daar mijn verjaardag gevierd. Sindsdien kom ik er regelmatig voor lezingen of andere activiteiten.
En de BuurtBel?
In 2019 ben ik gevallen in een kuuroord in Montenegro. Op de eerste dag gleed ik uit op een spekgladde vloer. Met een gebroken rug, kwam ik na drie ziekenhuizen, voor revalidatie voor een half jaar in het Flevohuis terecht. Maar veel schoot ik er niet mee op en bovendien brak de coronapandemie uit. Ik wilde dolgraag terug naar mijn eigen huis, maar hiervoor moest mijn huis eerst aangepast worden.
Petra van de BuurtBel dacht en keek met mij mee naar de mogelijkheden hiervoor. In een gesprek met zorgverleners in het Flevohuis, besloten we dat mijn oudste zoon over zou komen uit de Filipijnen om mij te verzorgen zolang de aanpassing van de woning duurde en om toezicht te houden op het werk. De bedoeling was dat dit een paar weken zou duren, maar door corona kan hij niet terug en zit hij hier nu al een jaar!
Petra hield al die tijd vinger aan de pols en heeft later ook een klusjesman geregeld om ‘een papegaai’ op te hangen voor boven mijn ziekenhuisbed. Daar ben ik ontzettend blij mee!
Maar ook andere mensen uit de buurt en van de Buurtsoos bekommerden zich om mij. Ik woon al zestig jaar in Amsterdam, maar ik heb nog nooit zoveel sociale contacten in mijn leefomgeving gehad als hier!
Hoe gaat het nu met je?
Lopen kan ik nog steeds niet en ik zit in een rolstoel. Toch lukt het me om positief te blijven. Soms krijg ik neiging om de moed te laten zakken, maar dat doe ik toch maar niet.
Wat heb je zelf te bieden aan de buurt?
Ik heb meegeholpen met de organisatie van het Eesterfestival. Organiseren was mijn beroep en ik wilde me graag nuttig maken. Ik had me enthousiast aangemeld als chauffeur voor de Buurtmobiel, maar nu ik niet kan lopen, gaat dat niet meer. Maar voorlezen kan ik wel en ik zou het leuk vinden om dat, als het weer kan, te doen aan kinderen uit de buurt. Ik heb het als aanbod op de BuurtBalie geplaatst.
Heb je tips voor bewoners?
Niet wachten tot het op je af komt. Ga zelf actief op zoek naar contacten. Vraag je af: ‘Wat zou ik kunnen doen voor de buurt?’ of ‘Wat heb ik te bieden?’ En biedt dat aan. En meld je aan voor de telefooncirkel.
Wat is dat? De Telefooncirkel
Ik heb ooit de BuurtBel benaderd om een telefooncirkel op te starten. Aanleiding was een vriendin die gevallen was en niet zelf om hulp kon vragen. Toen haar dochter haar ’s middags probeerde te bellen, op hun dagelijks afgesproken tijdstip, was het te laat. Mensen beseffen niet hoe kwetsbaar ze zijn als je alleen woont en het is belangrijk dat we voor elkaar zorgen!
De Telefooncirkel
Bij de telefooncirkel van het Oostelijk Havengebied bellen buurtgenoten elkaar iedere morgen om te checken of het goed gaat. Als iemand niet opneemt, komt de BuurtBel in actie.