Ervaringen duurzaamheidstraject VvE

ERVARINGEN MET HET VERDUURZAMINGSTRAJECT VOORAFGAAND AAN HET BOUWPROCES

In januari 2026 worden onze kozijnen en het glas vervangen en in de zomer komt er (misschien) nog een isolatie van vloer en kruipruimte achteraan. De VvE heeft er vijf jaar over gedaan om zover te komen, van oriëntatie naar informatie en naar besluitvorming. De uitvoering moet dus nog komen. Hieronder een opsomming van ervaringen en tips waar andere VvE’s misschien iets aan hebben.

VvE Entrepot West Amsterdam, bouwjaar 1992, 46 appartementen en 40 garageplaatsen in twee gebouwen.

Orientatie

  1. Klimaat, energiekosten en sparen
  2. We doen het met z’n allen
  3. Waar begin je

Klimaat, energiekosten en sparen

Tijdens een infobijeenkomst over verduurzaming in 2017 kwamen er klachten over tocht, koude en lekkages naar voren. De schuifpuien vertoonden steeds meer gebreken, de reparatiekosten daarvan begonnen op te lopen. Een integrale herstelronde bleek (veel te) duur. En we begrepen dat het oud dubbel glas feitelijk aan zijn eind begon te komen, wat verklaarde waarom de ramen kou doorlieten.

We zijn niet zomaar aan de slag gegaan. Al vanaf 2014 werd er flink nagedacht door enkele trekkers over energiezuiniger voorzieningen. Met de renovatie van de lift werd een grote energie-slag geslagen, daarna kwam de ledverlichting in de gemeenschappelijke ruimtes, de signaalverlichting in de garage en energiezuinige pompen. Helaas geen zonnepanelen door onze dakconstructie. Het leverde een flinke besparing op en de trekkers kregen er de handen voor op elkaar.

In het MJOP stond geen vervanging van kozijnen en glas opgenomen. Omdat de klachten bleven terugkomen is na discussie in de ALV de vernieuwing van de kozijnen en het glas opgenomen in het MJOP,eerst voor 2032, later voor 2028. Er is een globale offerte voor vernieuwing van de erkers, die de meeste klachten gaven, opgevraagd. Die kwam uit op 8 ton. Omdat de servicekosten en het reservefonds niet toereikend waren (na onze gevelrenovatie) om in circa 8 jaar dat bedrag op te hoesten besloten we unaniem extra te gaan sparen.

Belangrijk in deze fase van oriëntatie en onzekerheid waar te beginnen was het duurzaamheidsonderzoek dat Synopel in opdracht van de gemeente in 2022 in ons gebouw uitvoerde. Het gaf de eigenaren inzichten in de sterke en zwakke punten van het gebouw en het bevestigde dat vanuit isolatie-oogpunt de ramen en de kozijnen het eerst aangepakt moesten worden.

We doen het met z’n allen

Met dat onderzoek en het extra sparen begon in feite het project. Twee mensen trokken de kar, bestuur keek mee. We hadden een go van een grote groep eigenaren die positief tegenover het idee stond. De argumenten “klimaat” en “CO2 -uitstoot” vond men belangrijk. Maar de argumenten “comfort”,  “energiekosten” en “kosten-baten” werden de peilers.

Vanuit het bestuur werden in de ALV 2022 de mogelijke financiële scenario’s geschetst:                                                                      1. Sparen: Doorgaan met sparen en in 2028 gaan uitvoeren, rekening houdend met de flinke prijsverhogingen en tussentijdse reparatiekosten. Dus nogmaals verhogen van de servicekosten

2. Eigen bijdrage: Zo snel mogelijk vernieuwen en uitgaan van een eigen bijdrage van de eigenaren, wetende dat dit voor sommigen lastig zou worden.

3. Lenen: Zo snel mogelijk vernieuwen en het benodigde geld gaan lenen. In het verleden  was lenen onbespreekbaar geweest (risico en onbekendheid). De vergadering koos nu wel voor het onderzoeken van deze optie.

De behoefte aan verbeteringen leefde dus. Een kleine groep ging zich verdiepen in de lening, de subsidiemogelijkheden, kozijnen en glas, begeleiding. Dat traject heeft uiteindelijk bijna drie jaar geduurd. We hebben veel zelf uitgezocht, met als voordeel dat we  veel kennis hebben opgedaan en dat eigenaren veel tijd hebben gehad om te wennen aan de verandering en aan de geschetste kosten. Het nadeel was dat we steeds de info voor bewoners moesten bijstellen door veranderingen in prijzen, lening- en subsidie-mogelijkheden, rentepercentages (van 1% naar 3,53%). Daarnaast stellen nieuwe eigenaren opnieuw vragen over doel en noodzaak. De communicatie via infobijeenkomsten, nieuwsbrieven en een klankbordgroep is, achteraf gezien, heel belangrijk geweest om het project levend te houden.

Terugkijkend concludeer ik dat het goed is dat we niet te hard van stapel zijn gelopen omdat er tijd nodig is om de ideeën en consequenties te laten indalen. Maar je kunt met een goede adviseur de oriëntatie ook in één tot anderhalf jaar doen en je kunt je dubbel werk besparen. Communiceer periodiek over voortgang en ontwikkelingen om iedereen betrokken te houden.

Waar begin je?

Wij hebben van alles uitgezocht over kozijnen en glas en we hebben zelf offertes aangevraagd en met aannemers gesproken, opgespoord via internet. Zoals gezegd: dat heeft ons veel kennis gebracht maar ook veel vertraging. Een paar voorbeelden:

  • Wij hadden ons de discussies over de voor- en nadelen en esthetische aspecten van hout, aluminium en kunststof kozijnen kunnen besparen. Informeer eerst bij de commissie die de omgevingsvergunningen afgeeft – in de volksmond de “Welstandscommissie” of een architect naar de eisen. Ons gebouw bleek onder de categorie “bijzonder stadsgezicht” te vallen, waardoor we geen andere keus hadden dan aluminium kozijnen.
  • Kleine kozijnaanbieders kunnen een VvE-complex niet aan, ontdekten we. Je komt altijd bij de grotere, ervaren ondernemingen uit. Niet alle aannemers werken met alle soorten kozijnen. Een bouwadviseur kent ondernemingen, kent de voorbeelden, weet veel over de prijzen en kan je adviseren. Dat bespaart je een zoektocht.
  • Onzekerheid over de kosten waar je van uit moet gaan is lastig in het begin. Je wilt de VvE-leden inzicht te geven. Wij hebben offertes gevraagd bij vier bedrijven. We kregen goed zicht op de kosten en de problemen, maar uiteindelijk moesten we het proces opnieuw doen na de GO van de ALV. Voor inzichten hoef je niet perse zelf offertes te vragen.

Zoek in een vroeg stadium een adviseur/begeleider bij het project en bespreek met hem/haar de vragen en onzekerheden, de rolverdeling en de gewenste projectduur. Informeer bij andere VvE’s naar namen en ervaringen. Wij hebben  een adviseur gezocht toen na een infobijeenkomst duidelijk werd wat de omvang van het project zou worden qua geld en complexiteit. Blijft zaak dat je zelf de voortgang en de stappen aangeeft.

Informatie

  • VvE-gegevens die je altijd bij de hand moet hebben
  • Onderzoeken die je vooraf moet laten doen
  • Hoe zit het met de omgevingsvergunning/Welstandscommissie?
  • En wat er verder nog bij komt kijken

VvE-gegevens die je altijd bij de hand moet hebben

Voor alle stappen bij de informatieverzameling over aannemers, adviseurs, gemeente, subsidies, leningen is het handig om de vaste gegevens van de VvE klaar te zetten in een apart bestand.

  • Je naamgeving en adres
  • NAW-gegevens van de VvE-beheerder
  • Inschrijving Kamer van Koophandel + nummer
  • Bestuursleden met functie (uittreksel KvK) en hun naw-gegevens
  • Bouwtekeningen, op te vragen bij het kadaster als je ze niet hebt.Begin daar vroeg mee, vraagt soms uitzoekwerk
  • Jaarcijfers over 2 kalenderjaren (als je een lening aanvraagt)
  • Opbouw reservefonds, begroting, servicekosten per appartement
  • Totaal aantal punten/stemmen en aantal punten/stemmen per appartement
  • Overzicht eigenaren en overzicht welke eigenaren verhuren.
  • Voor de subsidieaanvraag bij de SVVE moeten er staatssteunkader-formulieren[1] ingevuld worden door de verhuurders

Onderzoeken die je vooraf moet laten doen

Voor de bouw/renovatie en voor de lening moet je verplichte onderzoeken laten doen. Voor de meeste kun je subsidie krijgen als je ze in de twee jaar vóór de renovatie laat doen. Het gaat om:

  • Energiemaatwerkadvies vaneen gecertificeerd bureau. Slechte ervaringen alom: fouten, verkeerde aannames, isolatiewaarden niet uitgezocht uit gemakzucht, technische gegevens die niet te lezen zijn door leken. Dus informeer naar ervaringen als het kan. Het onderzoek moet aangeven wat de staat van het gebouw nu is (ook energielabel) en wat het wordt met maatregelen (ook energielabel). Kosten hangen af van het aantal appartementen. In ons geval bij 46 appartementen 10.000 euro.
  • Flora- en faunaonderzoek: onderzoek naar beschermde flora en fauna wordt door ecologische bedrijven gedaan. Informeer bij de beheerder of de adviseur. Een scan kost 1500-2000 euro. Bij oudere gebouwen is vaak meer onderzoek nodig. Er kunnen maatregelen volgen: adviezen hoe om te gaan met flora en fauna voor en tijdens de bouw. Aannemers weten hoe hier mee om te gaan, dat hoef je niet zelf te bedenken.
  • Asbestonderzoek is een verplichting voor gebouwen ouder dan 1993. Het bouwbesluit 1992 verbiedt asbest, in de jaren daarvoor werd het wel gebruikt bijvoorbeeld bij de bedekking van het dak, bij kozijnen, in de gevel. Zo’n onderzoek kan door een bouwbedrijf gedaan worden. Kosten ongeveer 2000 euro. Als er asbest gevonden wordt, zit je aan bijzondere maatregelen en dus hogere kosten vast.
  • Constructieonderzoeken zijn gebouwafhankelijk. Kan een gevel tripel glas dragen, kan een vloer een gevel dragen, hoe zit het met de kruipruimte enz? Een ingenieursbureau kan dat met behulp van de bouwtekeningen uitzoeken. Kosten zijn 1000-2000 euro. Vaak weet de VvE-beheerder wel een bureau, wellicht kan de aannemer dat ook aan.
  • MJOP waarin de duurzame maatregelen opgenomen zijn. Kosten 2000-3000 euro. Let op want de opsteller van het MJOP moet het totale bedrag van de verduurzaming opnemen in het MJOP in het jaar/de jaren dat deze wordt uitgevoerd. Hij/zij kan geen rekening houden met de lening die je afsluit. In je exploitatiebegroting wordt dat rechtgetrokken omdat je daar wel de lening tegenover de kosten zet. (zie aldaar). Spreek af dat er nog wijzigingen aangebracht mogen worden in verband met een sluitende exploitatiebegroting over meerdere jaren (zie pag. 8).

De meeste onderzoeken zijn subsidiabel(75%), als ze niet ouder zijn dan 2 jaar. Je vraagt de subsidie aan als de onderzoeken gedaan zijn, je moet dus voorschieten. Veel aannemers en bouwbegeleiders bieden zelf onderzoeken aan, wat wel zo handig is omdat je dan binnen de tijdsspanne van 2 jaar blijft.

Zorg dat je een goed overzicht bijhoudt van de offertes, de facturen, de betalingsbewijzen en de rapporten. Voor de subsidieaanvraag moet je namelijk alles aanleveren.

Hoe zit het met de omgevingsvergunning/Welstandscommissie?

Op advies van kennis hebben we in een vroeg stadium contact opgenomen met de commissie die over de omgevingsvergunning gaat (“de welstandscommissie”). Mij werd  verteld dat er sprake was van bijzonder stadsgebied (architectuur) en dat we moesten proberen alles zo veel mogelijk te laten zoals het oorspronkelijk was. Je kunt trouwens de welstandscriteria zelf opzoeken op de website https://cok.amsterdam.nl/welstandsnota/criteria-zoeken/

Het blijft wat onzekerheid geven, die vergunningsaanvraag. Materialen zien er nu anders uit dan 35 jaar geleden (isolerende kozijnen zijn breder) en de normen zijn niet altijd duidelijk. Een commissielid liet weten dat triple glas helemaal niet duurzaam is door de vervuilende productie (sic). Esthetische opmerking was dat het gevelbeeld mooier zou zijn met overal dubbele doorvalbeveiliging (stangen) in plaats van enkele op de lagere verdiepingen en dubbele op de hogere verdiepingen (zoals het bouwbesluit voorschrijft). Het zijn commentaren waar je niet op zit te wachten. We hebben ze gelaten voor wat het was. De aannemer heeft wel een alternatief voor de stangen laten uitzoeken (glas) maar dat bleek veel te duur.

De aanvraag omgevingsvergunning is door onze adviseur gedaan in samenwerking met de aannemer. Handig omdat er allerlei technische details gevraagd worden. We liepen 6 weken vertraging op omdat er technische vragen waren. Je moet voor de vergunningsaanvraag dus wel  tijd incalculeren.

En wat er verder nog bij komt kijken

  • Notaris: de kosten voor opmaken en controleren van de akte van geldlening zijn tussen de 2000-3000 euro. Niet alle notarissen zijn bekend met de materie, de grotere kantoren wel. De notaris kijkt heel formeel, controleert bijvoorbeeld de notulen en de stemuitslagen van de besluitvormende vergadering. Kosten zijn niet subsidiabel.
  • Bouw- of omgevingsvergunning: De kosten verschillen per gemeente. Normaal tarief is een berekening gekoppeld aan de bouwkosten volgens een staffel. Maar bij renovatie valt dat mee en bij verduurzaming krijg je korting. Wij hoefden niets te betalen (we hadden er 35.000 euro voor opgenomen in de begroting). Wel meteen bij de aanvraag  (via internet) met een formulier aangeven dat het om verduurzaming gaat.
  • Begeleiding/advies:De begeleidingis afhankelijk vanje wensen, meestal krijg je een offerte met ruimte voor meerwerk. Kosten kunnen flink oplopen, wij hebben 40.000 euro voor de totale begeleiding opgenomen in de begroting. Er wordt echter een knip gemaakt tussen de begeleiding in de voorbereidingenbegeleiding tijdens de bouw. Dat mag niet door dezelfde persoon gebeuren. Bureaus die de begeleiding doen hebben vaak afspraken met aanverwante bureaus zodat ze over en weer kunnen switchen wat handig is bij de overdracht. De begeleidingskosten zijn subsidiabel maar ook de subsidiegever maakt die knip tussen voorbereiding en bouw. Apart aanvragen dus.
  • Advies en hulp bij subsidieaanvraag: Wij betaalden€ 3000 aan een subsidieadviseur, ons aangeraden door de bouwbegeleider. Dat betaalde zich terug. De adviseur kende niet alleen de subsidieregeling goed, maar wist ook te onderhandelen over betwiste zaken. In ons geval: de fabrikanten van aluminium schuifdeuren krijgen het niet voor elkaar precies te voldoen aan de gestelde isolatienorm. Je zou dan nooit voor kozijnsubsidie in aanmerking komen als je aluminium schuifpuien laat plaatsen. Dat blijkt onderhandelbaar met de juiste argumenten. De kosten voor de subsidieadviseur zijn niet subsidiabel.

Besluitvorming

  • Een “go” de aanbesteding
  • Een lening bij het Warmtefonds is een flinke stap richting doel
  • Subsidie aanvragen bij SVVE (RVO) is zinvol
  • Stel een ruimte projectbegroting op
  • Wat is een exploitatiebegroting en waarom is die nodig?
  • Een berekening per appartement maken

Een “go” voor de aanbesteding

In een goed bezochte, cruciale informatiebijeenkomst hebben we alle gegevens op een rijtje gezet: lening, kosten, soort kozijnen en glas, procedures, proces. We stelden dat 75% van de aanwezigen het eens moest zijn met “doorgaan”, anders zouden we stoppen. Die “go” kregen we. We hebben er in deze fase geen officieel ALV-besluit van gemaakt maar een intentieverklaring. De insteek was dat we verder konden omdat de meerderheid het er mee eens was en dat de formele besluiten later zouden komen. We konden aan de slag met de aanbesteding, de leningaanvraag en de subsidie.

De bouwbegeleider heeft offertes aangevraagd bij twee grote firma’s, waar wij al eerder zelf contact mee hadden gehad. Het kost een paar maanden. De projectleider vanuit de VvE moet gesprekken  voeren, rondleidingen geven, informatie bij elkaar zoeken. De aannemers moeten berekeningen  maken, bouwproblemen oplossen (zonder hijskraan werken), prijzen opvragen enz. Wij kregen advies inzake de keuze en we zijn met het advies meegegaan. Nu hadden we een naam, een prijs en een overzicht.

Een lening bij het Warmtefonds is een flinke stap richting doel

Het Nationaal Warmtefonds biedt de goedkoopste lening voor VvE’s, 3,5% – 3,7% (stand 1 november 2025). Je kunt voor achterstallig onderhoud en verduurzaming ook lenen via SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting) tegen een rente van 5,8%. In sommige gemeentes krijg je extra korting op de lening of zij hebben een eigen lening. Amsterdam heeft dat afgeschaft en gebruikt het geld voor andere duurzaamheidsmaatregelen.

In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het aanvragen van een lening bij het Warmtefonds niet lastig. De aanmelding is laagdrempelig: Je meldt je aan bij het Warmtefonds via de website, je krijgt een dossiernummer en een accountmanager. Je kunt altijd nog terug. Er wordt veel gevraagd, maar je wordt ook enorm goed geholpen om het hele proces te doorlopen.

Het aanvraag- en goedkeuringsproces werkt via een getrapt stappenplan: eerst de algemene zaken, dan het plan en dan de concretisering met offertes, projectbegroting en exploitatiebegroting. Na iedere stap komt er een formele goedkeuring, eventueel na bijstelling. Tot slot is er een voorgeschreven procedure voor de ALV waarin het besluit genomen wordt over de lening. Voor de notulen en de stemuitslagen wordt een model uitgereikt dat je moet volgen. Bereid de leden daarop voor via een nieuwsbrief of infobijeenkomst.

Je krijgt veel hulp en advies, een vraag is niet gauw te gek, telefonisch, via de email of via digitaal overleg. En de begrotingsmodellen sturen je vanzelf de goede richting op. Is er correctie nodig, dan wordt dat uitgelegd. De uitspraak “bij bijna niemand is het in één keer goed” vond ik geruststellend. Het financiële deel van het proces – de projectbegroting en de exploitatiebegroting- vraagt veel denk- en rekenwerk waar het bestuur bij betrokken moet zijn. Je gaat als VvE veel lenen. Je moet daarom op papier aantonen dat je ieder jaar de kosten van de lening samen met je groot onderhoud kunt opbrengen.

In onze VvE betekende dat: het nieuwe MJOP goed bestuderen en schuiven met het onderhoud over 20 jaar, dus aanpassen van het MJOP daar waar de exploitatie scheef dreigde te lopen. Wij kozen ook voor een jaarlijkse indexering van de servicekosten, met de gedachte dat je bij meevallers in dit project de indexering bijvoorbeeld een jaar kunt overslaan. Er moet tevens een nieuwe begroting opgesteld worden, de inkomsten (servicebijdragen) en de uitgaven gaan immers veranderen. Betrek hier de beheerder bij.

Subsidie aanvragen bij SVVE (RVO) is zinvol

Voor subsidie moet je bij de SVVE zijn, ook hier moet je eerst veel algemene gegevens opgeven. Als VvE moet je ook voor de staatssteunformulieren van de verhuurders zorgen. Dat kan een adviseur niet voor je regelen.

SVVE geeft subsidie voor de onderzoeken en de begeleiding én voor de bouwmaterialen. Dat zijn twee verschillende trajecten. Je krijgt alleen subsidie over de materialen, niet over de arbeid.Let op: 15% subsidie bij één maatregel, 30% bij twee maatregelen. Kijk of er een kleine tweede maatregel gedaan kan worden, die niet te veel geld kost, waardoor je met de subsidie beter uitkomt. In ons geval levert een tweede maatregel 120.000 euro méér subsidie op, terwijl de tweede maatregel zelf 90.000 euro kost.  

De subsidiegever vraagt specifieke bouwinformatie van de maatregelen die je neemt bijvoorbeeld: geveltekeningen, tekeningen van de kozijnen, tekeningen van de delen die je wilt gaan isoleren. Belangrijk daarbij zijn de isolatiewaardes, die moeten specifiek vermeld worden. Meestal zijn het de tekeningen en de waardes die bij de offertes opgeleverd worden. Er wordt nogal eens nadere informatie gevraagd. Fijn als er dan een begeleider en een subsidieadviseur zijn die weten waar ze het over hebben. En zoals aangegeven: een subsidieadviseur kent de gevoeligheden en kan soms onderhandelen.

Stel een ruime projectbegroting op

Als je zicht hebt op de kosten van de maatregelen dan kun je de projectbegroting opstellen. Je hebt aan financiën meer nodig dan alleen de kosten van de aannemers:

  • De kosten van de 1e maatregel
  • De kosten van een eventuele 2e maatregel, ook al is die klein
  • Onvoorziene kosten van 10% van de aanneemsom (verplicht bij het Warmtefonds)
  • Prijsindexatie, 5% van de aanneemsom (advies van het Warmtefonds)
  • De kosten die je maakt of al hebt gemaakt voor onderzoeken
  • Notariskosten (offerte, want die weet je nog niet precies)
  • Begeleidings- en advieskosten (schatting op basis van offerte)
  • Vergunningkosten

Daar tegenover staat dan:

  • Subsidie die je verwacht (schatting)
  • Wat je zelf gaat inbrengen uit het reservefonds
  • Wat je eventueel zelf inbrengt door eigen bijdrage
  • Wat je wilt lenen bij het Warmtefonds
  • Wat je wilt lenen op een andere manier.

De projectbegroting voor het Warmtefonds stel je vooraf op als basis voor de lening die je aanvraagt. Hieronder een voorbeeld op basis van één maatregel: glas- en kozijnvervanging. Gedurende het proces verandert er van alles: offertes vallen duurder uit, vergunningen zijn goedkoper, er komt nog een maatregel bij waardoor de subsidie veel hoger is, er komt nog een bedrag bij voor subsidieadvies. Dat is van belang voor je eigen boekhouding, niet voor de lening die je hebt aangevraagd.

Wat is een exploitatiebegroting/liquiditeitsprognose en waarom is die nodig?

Je maakt een exploitatieoverzicht om te zien of je je je groot onderhoud én de kosten van de lening over een langere periode (20 jaar) kunt betalen. Daarvoor zijn nodig:

  • Het MJOP: de totaalbedragen die je ieder jaar nodig hebt voor groot onderhoud volgens de planning. De kosten voor de verduurzamingsmaatregel(s) mag je weglaten (zit in  projectbegroting en lening verwerkt) alleen de andere onderhoudskosten worden opgenomen.
  • De inkomsten uit de servicekosten en wat je doteert aan het reservefonds
  • De leningkosten per jaar
  • De prijsindexatie die je toepast op het MJOP en op de servicekosten (exclusief de lening, want die is niet geindexceerd)

Hieronder een deel van onze liquiditeitsprognose, die doorloopt tot 2042. (opmerking: Onze ledenbijdrage was voorafgaand aan de lening hoger dan er na omdat we tijdelijk extra spaarden voor de verduurzaming).

Een berekening per appartement maken

Om leden inzicht te geven is het van belang de kosten en baten (energierekening) per appartement te laten zien. Het is niet ingewikkeld om de verandering in kosten per appartement uit te rekenen. De gegevens die je daarbij nodig hebt:

  • Aantal appartementen, aantal punten/aandelen in de VvE totaal
  • Als garageplaatsen meegaan in de berekeningen dan ook die punten meetellen
  • Het aantal punten/aandelen per appartement /garageplaats
  • De gewenste lening (zie begroting), de duur van de lening en het rentepercentage
  • Een leningcalculator[2] of de tool van het Warmtefonds: vul de gegevens in en je krijgt een overzicht van wat je als VvE jaarlijks totaal aan kosten en rente betaalt.
  • Dat jaarbedrag deel je door het totaal aantal punten/aandelen. Vervolgens vermenigvuldig je dat met de punten per appartement. De uitkomst is dan wat je perappartement per jaarbetaalt.
  • Dat jaarbedrag deel je door 12, dan krijg je het bedrag dat per appartement per maand aan de lening (aflossing en rente) betaald moet worden.

Let wel: die kosten komen dus boven op je servicebijdrage. Het is goed om lening- en servicekosten naast elkaar te zetten. De servicekosten zijn onderhevig aan de jaarlijkse indexering, de lening niet.  De rente van de lening is bovendien aftrekbaar van de belasting.

Belangrijke toevoeging is dat het Warmtefonds een renteloze lening kan verstrekken aan VvE-leden met een laag inkomen (alleenstaand € 28.250 en samenwonend € 39.500 per jaar) die problemen krijgen met de verhoogde maandelijkse kosten. Zie https://www.warmtefonds.nl/vve/ledenlening

Olga Hengeveld

16 november 2025


[1] Met een Staatssteunformulier geeft de eigenaar aan dat hij/zij zijn appartement verhuurt. De huuropbrengst mag jaarlijks niet hoger zijn dan €300.000 Bij gewone VvE’s komt dat nauwelijks voor, bij gemengde VvE’s wel, dan treedt een andere subsidieregeling in werking. Het formulier is te downloaden via de site van SVVE, bestuur VvE vult formele gegevens in en de eigenaar/verhuurder vult zijn/haar gegevens in. Er is geen koppeling met de belastingdienst.

[2] Geld lenen? Bereken maandlasten – Independer

Zoeken op deze website