Rapporten gebouwenonderzoek op te vragen

Acht gebouwen in het OHG zijn verkennend onderzocht op de mogelijkheden voor een duurzaam 55 graden warmtenet. Frederike Kuipers en Jeroen Tan presenteerden de resultaten van het gebouwenonderzoek in het energiecafé van 24 maart. Niet alle onderzochte gebouwen blijken nú al geschikt voor een duurzaam 55 graden warmtenet. Tussen de gebouwen, maar ook ín de gebouwen tussen appartementen zijn grote verschillen: ligging, wind, zon, aanpassingen, ruimtes voor warmtepompen en afleversets. Bewoners en betrokkenen kunnen een rapport opvragen via energie@buurtcooperatieohg.nl onder vermelding van rapport + naam gebouw.

Hieronder lees je meer over doel en aanpak van deze onderzoeken.

Is gasloos verwarmen met een duurzaam warmtenet mogelijk?

Een duurzaam warmtenet betekent andere technische voorzieningen dan een cv-ketel op aardgas, zoals aan- en afvoeren en warmtepompen. Maar zo’n duurzaam warmtenet op midden- of lage temperaturen moet de appartementen ook goed kunnen verwarmen met hetzelfde resultaat als de huidige gasverwarming. Het verkennend gebouwonderzoek gaat na of dat mogelijk is. Het wordt uitgevoerd bij acht woninggebouwen in het Oostelijk Haven Gebied en bij telkens twee woningen in elk gebouw.

Twee niveaus

Er wordt op twee niveaus gekeken: naar het gebouw en naar twee appartementen die qua ligging van elkaar verschillen. Want ondanks het feit dat de meeste woningen in de modernere complexen (vanaf 1993) het energielabel B hebben, bestaan er in de praktijk grote verschillen. Zo is in één van de gebouwen een tussenappartement met weinig warmteverliezen onderzocht en een hoekappartement met buitenmuren en grenzend aan het dak. Het komt dus aan op maatwerk. Deze gebouwopname geeft indicaties of lage temperatuurverwarming mogelijk is met hetzelfde comfort als de huidige gasverwarming.

Gebouw in kaart brengen

Het gebouw wordt in kaart gebracht: aantal woningen, bouwjaar, energielabels, bouwtekeningen, oppervlaktes, energieverbruik, enz. Aanvullend wordt ter plekke gekeken of de noodzakelijke apparatuur en leidingen in het gebouw en in de appartementen passen. Zo moeten er collectieve warmtepompen een plaats kunnen krijgen, moeten de aan- en afvoer van het warmtenet vanuit de straat er kunnen komen, en de aan- en afvoerleidingen naar de appartementen kunnen worden aangelegd. Ook wordt gerapporteerd wat de “staat” van het gebouw is: wat is het energielabel, wat is het energieverbruik op postcode niveau, zijn er al isolerende maatregelen getroffen of zijn er plannen daarvoor en zijn deze bijvoorbeeld verwerkt in het MJOP, is er een duurzaamheidscommissie, enz.

De woningen onderzoeken

In de woningen is onderzocht of met de bestaande capaciteit van de warmteafgiftesystemen: radiatoren, convectoren ook met lagere temperaturen dezelfde warmteafgifte te realiseren is als nu. Daarbij wordt dus uitgegaan van de huidige “mate” van verwarming en bovendien is rekening gehouden met de koudste dagen in het jaar. Ook is de staat van isolatie in kaart gebracht. En opgemeten is of er een afleverset (warmtewisselaar) voor de duurzame warmte kan worden geplaatst en een eventuele booster voor het tapwater (douche). Deze bevindingen leiden tot de conclusie of duurzame warmte op lage temperaturen een mogelijkheid is. Als de conclusie is dat het niet (goed) mogelijk is wordt globaal berekend of met aanvullende maatregelen wel een adequate warmteafgifte haalbaar is, zoals isolatiemaatregelen, HR++ glas, extra boosters op de radiatoren of een ander type radiatoren.

Tot slot

De volgende acht gebouwen in het Oostelijk Havengebied worden onderzocht: Venetiëhof, Diogenes, Barcelonaplein, De Loodsen, mY-side, Pakhuizen, Architectenbuurt en Entrepot West. Alle onderzoekingen zijn in februari 2022 afgerond. Enkele rapportages zijn al beschikbaar. Wij denken nog na over het publiek beschikbaar maken van deze rapportages. Iedereen moet er haar/zijn voordeel mee kunnen doen maar we moeten ook de privacy kunnen garanderen. De resultaten van dit onderzoek leveren een stevig onderbouwde indicatie op of een duurzaam lokaal warmtenet op lage temperaturen een goede keus kan zijn om verder aan te werken.

Voorbeeld Diogenes

Diogenes is één van de 8 VvE’s in het Oostelijk Havengebied waarvoor een onderzoek op gebouwniveau wordt uitgevoerd. Doel is om een indicatie te kunnen geven wat er nodig is om de appartementen in Diogenes geschikt te maken voor een warmtenet met een midden- of zelfs lage temperatuurverwarming.

Stap 1: Gegevens uit openbare bronnen verzamelen, zoals: aantal woningen en woningtypen, bouwjaar, archieftekeningen, vloeroppervlaktes, energie-labels, gas- en elektraverbruik op postcodeniveau

Stap 2: Informatie ophalen bij duurzaamheidscommissie over het gebouw en VvE: hoe zit het gebouw in elkaar, welke problemen spelen er, wat is al verbeterd?

Stap 3: Opname van een aantal essentiële aspecten van de installaties ter plekke:

  • Op niveau gebouw: is er ruimte voor collectieve voorzieningen, zoals een warmtepomp of buffervat?
  • Op woningniveau: onderzoek in 2 verschillende woningen naar warmteafgiftesysteem, energieverbruik etc.


Stap 4: Verwerken en analyseren van de verzamelde gegevens:

Is het bestaande afgiftesysteem geschikt voor lagere temperatuurverwarming? Welk vermogen is er in de huidige situatie nodig om de woning warm te krijgen op een koude dag? En wat kan het systeem max aan vermogen leveren?

Is de capaciteit bij lagere temperaturen ook voldoende om dat vermogen te leveren:

Ja, dan lage temperatuur wamtenet adequaat. Nee: dan aanvullende maatregelen als isolatie, warmteboosters Overcapaciteit: dan kan ook met lagere temperatuur worden verwarmd

Stap 5: Tips voor extra energiebesparing en voorstellen voor vervolgonderzoek

Zoeken op deze website