Wie kent niet de plaatjes uit IJsland, waar het warme water in de winter gewoon uit de grond spuit? Dat hebben wij in Nederland ook! Alleen zitten die ‘geisers’ op een paar kilometer diepte. Deze aardwarmte kan een grote rol spelen bij de verwarming van gebouwen. Als we het warme water maar naar boven kunnen halen.
Siem Goede, buurtgenoot, bracht eind november met collega’s van de werkgroep versnelling aardwarmte MRA (Gemeente Diemen) een bezoek aan de boorlocatie in Ouderkerk aan de Amstel. Daar doet SCAN, in opdracht van het rijk, onderzoek naar de mogelijkheden voor aardwarmte in onze regio.
Met een indrukwekkende boortoren heeft de drill crew een put gemaakt. De put is ruim twee kilometer diep en heeft een doorsnede van maar vijftien centimeter. Tijdens het boren zijn ze verschillende waterhoudende lagen tegengekomen. Daarvan heeft SCAN monsters naar boven gehaald die TNO nu gaat onderzoeken. De komende weken moet een puttest uitwijzen of het warme water onderin ook echt naar boven zal stromen.
De put is speciaal ontworpen en gemaakt voor dit onderzoek. Als het onderzoek binnenkort klaar is, breekt SCAN de hele locatie af. In de lente grazen hier weer schapen. De officiële resultaten van het onderzoek zijn halverwege volgend jaar klaar. Op de vraag aan de drill engineer “En, hebben jullie gevonden wat je zocht?” , knikte hij vrolijk lachend.
Op een vraag van een van de collega’s of aardwarmte niet tot problemen met de bodem kan leiden of op kan raken, kwam het antwoord: Het water waarmee de aardwarmte omhoog komt, wordt na afkoeling weer teruggepompt. De bodem wordt dus niet ‘leger’ zoals bij gaswinning. De kans op aardbevingen is heel erg klein. Bij het boren door de eerste grondlagen kom je ook de drinkwaterlagen tegen. Het boren moet heel zorgvuldig worden gedaan om verontreiniging te voorkomen.
Meer uitleg vind je hier